donderdag 14 november 2013

De Rembrandt literatuur

Iedere kunsthistoricus een eigen kijk op het grote fenomeen Rembrandt

column nr 277 dd 14 november 2013

De laatste jaren verschenen van prominente kunsthistorici grote uitgaven met prachtige reproducties van de hand van Horst Gerson, van Tumpel, Van Gelder, Hofstede de Groot,  van Van de Wetering en eerder van Bredius Allen vooraanstaande auteurs die je een bepaalde kijk geven op de grote meester van de Gouden Eeuw. Op deze titel vallen zonder veel moeite enige boekenplanken te vullen. Daarbij komt dat het een actueel onderwerp blijft wanneer ergens een museum een werk heeft aangekocht of verkocht en de grote Rembrandttentoonstellingen doen ook nog een stevige duit in het zakje.
Voeg daarbij het werk van het Rembrandt Research Project olv professor Ernst van de Wetering en het plaatje is bijna compleet. Op uitnodiging van de KRO TV werd ik enige tijd terug benaderd om een praatje te maken over Rembrandt's meesterwerk de Nachtwacht. Alhoewel ik best in staat ben daar enthousiast over te vertellen heb ik de redactie van dat program verwezen naar Ernst van de Wetering die dat praatje in de studio dan ook heeft gehouden.
Aanleiding voor deze column zijn twee boekwerkjes welke ik onlangs in mijn bezit kreeg en ieder op een eigen wijze het fenomeen Rembrandt belichten. De kunsthistoricus Rudi Fuchs schreef in 1968 een boekwerkje onder de titel  Rembrandt en Amsterdam. Je richt dan slechts je focus op de relatie van Rembrandt met de stad Amsterdam. Daar is natuurlijk veel over te zeggen en te schrijven en dat heeft Fuchs dan ook gedaan. Een van de hoofdstukken gaat over Rembrandt, de Joden en de bijbel.
Daar schrijft hij onder meer op pagina 46 : Rembrandt zag Christus met minder omwegen in de aestetica: als de Jood die hij geweest is, als een jonge, ernstige rabbi, in zichzelf gekeerd en nederig.
Uit een ander fraai uitgegeven door TIME-LIFE  boek door auteurs als Robert Wallace, H. W, Janson en Seymour Slive tref je een bijzonder interessant onderwerp aan over zijn landschappen. Het handelt hier over etsen. Zoals U weet zijn de etsen van Rembrandt even beroemd als zijn schilderijen en hij beheerste deze techniek op buitengewoon vakkundige wijze. Op pagina 96 treffen we de volgend passage :
De Hollanders van de zeventiende eeuw hielden bijzonder veel van landschapsschilderijen. Vele duizenden van deze gevoelige, eenvoudige en bekoorlijke werkjes zijn er nog over, die een bron van verrukking vormen voor de liefhebbers { ........}  Sommige kunstenaars maakten slechts voorstellingen van kanalen en duinen, anderen legden zich toe op stadsgezichten, zeegezichten, bossen, wintertafereeltjes of maanlandschappen. 
Rembrandt hield zich slechts twintig jaar met het landschap bezig, van ongeveer zijn dertigste  tot zijn vijftigste levensjaar  
Zijn romantische werken maakte hij met olieverf, zijn realistische werken maakte hij al etsend of tekenend.
Van deze beide benaderingen van Rembrandt door Fuchs en die drie Amerikaanse kunsthistorici
vindt U hieronder beide een afbeelding


Geniet, leef, wees creatief en blijf in beweging en wees een prettig medemens.
Kunstboeken, lezingen, essays, rondleidingen j.j.jong@quicknet.nl
drs jjj artes admirans.








































1 opmerking: